The Great Hanshin Earthquake Kobe 1995

Aan de inwoners van Kobe,

Op de eerste plaats wil ik mijn deelneming betuigen met het vreselijke lot wat uw stad is overkomen.
Dat spijt mij zeer. Hoe vreselijk het gebeurde ook is, na de laatste weken van januari verdween ‘Kobe’ uit de nieuwsberichten. Daarvoor in de plaats kwam weer ander nieuws.

Deze zomer sprak ik in Den Haag in Nederland mevrouw Nakanishi, zij wilde mijn werk zien en wij spraken over de aardbeving van 17 januari j.l.. Mede naar aanleiding van het soort werk wat ik maak kwam de gedachte op om te gaan werken in Kobe.

Eerst iets over mijn werk en drijfveren:
Als kind spitte ik in de achtertuin van mijn ouderlijk huis. Vond er scherven aardewerk, bewerkt met nagel- en vingerafdrukken. Vriendjes kwamen soms met stenen pijlpunten naar school. . .
Ik was gefascineerd door het ‘contact’ wat ik had met mensen van 2000 jaar geleden middels dit aardewerk. Nadat zij het voor het laatst hadden aangeraakt was ik de eerstvolgende. . .
Dit ‘contact’ [deze fascinatie] via de materie met mensen is gebleven, of beter gezegd: is in de loop van de jaren weer teruggekomen. Of het nu gaat om een ‘koetshuis’ uit het midden van de 19e eeuw, of om objecten en delen uit en van ‘mijn ouderlijk huis’, of om ‘ingevulde gaten’ in het wegdek, of om vloerfrottages van ‘arbeiderswoningen’. Steeds zijn er ‘de sporen’ van de oorspronkelijke bouwers, gebruikers, makers etc..
Middels deze ‘sporen’ kom ik als het ware in contact met deze mensen.
Ik verduidelijk op mijn manier, door middel van de frottage-techniek hún sporen. En wil daarmee beelden, verhalen, emoties laten zien die ik belangrijk vind.

In het geval van Kobe gaat het verder. Behalve de ‘menselijke maat’ van de bebouwde omgeving is daar, dwars door alles heen, de aardbeving gekomen. Een oerkracht die voor mij direct verwijst naar het ontstaan van de aarde.

Die kracht heeft vernield, heeft ingegrepen op ons, en vooral uw menselijke bestaan, heeft familieleden, vrienden, buren en stadsgenoten om het leven gebracht. Dat betreur ik zeer.
Aan de ene kant wil ik u met mijn bezoek niet lastig vallen. Maar aan de andere kant zou ik willen dat u mij toestaat om te proberen om een aantal werken te maken. Werken die in een visueel beeld iets laat zien van de materiele gevolgen van de aardbeving van 17 januari 1995. Het is mijn streven dat deze beelden als ‘drager’ funktioneren voor het leed wat geleden is en nog wordt geleden.

Deze beelden/werken kunnen ‘reizen’. Op die manier kunnen deze werken op andere plaatsen in de wereld duidelijk en tastbaar laten zien wat er in Kobe is gebeurd. Juist omdat het daar uit het nieuws verdwenen is, kunnen deze werken [hoe klein en nietig ook ten opzichte van het verdriet en de enorme ravage] fungeren als een soort van ‘geweten’.

Zij kunnen uiteraard ook ‘reizen’ in tijd. Als Kobe straks herbouwd is, kan men middels de frottages terugkijken in de tijd.

Ik ben door de volgende instellingen, bedrijven, personen in de gelegenheid gesteld deze werkreis, die duurt van 28 oktober tot en met 25 november 1995, te maken. Waarvoor ik hun zeer dankbaar ben.

-Stichting Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Architectuur, Amsterdam
-Gallery Mshohkan, Kobe
-Watano Matsuzaki Communications, Amsterdam
-Inca bv, Haarlem
-mijn vrouw Mariette Mulder, Den Haag

Den Haag, 27 oktober 1995